Uitbreiding van het rouwverlof voor contractanten en statutairen

Op 17 juni 2021 nam de Kamer de wet tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof aan. De wet moet nog gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad en zal pas tien dagen nadien in werking treden.

Deze wet zal rechtstreeks van toepassing zijn op de contractanten bij de lokale en provinciale besturen. Voor de statutaire personeelsleden wordt een besluit van de Vlaamse Regering uitgewerkt. Men verwacht dat dit besluit zal afgrond zijn tegen eind 2021.

Aangezien de wet tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad rechtstreeks van toepassing zal zijn op de contractanten en de regelgeving voor statutairen pas eind 2021 voltooid zal worden, wordt aangeraden om in afwachting  van de definitieve goedkeuring van het nieuwe besluit van de Vlaamse regering, dienstvrijstelling te verlenen aan de statutaire personeelsleden, namelijk:

  • bij overlijden van de samenwonende partner of kind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner: 6 werkdagen dienstvrijstelling, die de verantwoordelijke voor het dagelijkse personeelsbeheer toekent na opname van de huidige 4 werkdagen omstandigheidsverlof;
  • bij overlijden van een pleegkind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner in geval van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden: 10 werkdagen dienstvrijstelling;
  • bij overlijden van een pleegkind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: 1 werkdag;
  • bij overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van het statutaire personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: 4 werkdagen. Bij overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van het contractuele personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: 1 werkdag.

Deze regeling van dienstvrijstelling kan dan komen te vervallen zodra het geplande besluit van de Vlaamse Regering in werking treedt.

Indien men in de RPR reeds voorzien heeft dat de algemeen directeur zelf dienstvrijstellingen kan toekennen, kan deze laatste snel bovenstaande principes toepassen. In de besturen die deze bepaling niet hebben, neemt in principe het bevoegde orgaan (vaak nog de raad) deze beslissing en voert de algemeen directeur deze uit. Dit komt dan ook ter sprake op een bijzonder onderhandelingscomité.

Bron: Mailing ABB 6 juli 2021

  • Haal meer
    uit uw
    personeelsbeleid
  • * Dynamische helpdesk
    * Onderbouwd advies van experten
    * Persoonlijke en actieve participatie

Nood aan een persoonlijke, efficiënte oplossing voor uw probleem?

Ons team van experten hoort graag meer van u
CONTACTEER ONS

Juridisch advies dat werkt.