Geen categorie

Zaterdag vanaf 2023 niet meer beschouwd als werkdag

Door een wijziging in het Burgerlijk Wetboek zal vanaf 1/1/2023 de zaterdag niet meer als een werkdag beschouwd worden.

Dit zal ook zijn doorwerking hebben in belangrijke tellingen in het arbeidsrecht. We denken hierbij in eerste instantie aan:

  • telling bij betekening opzegbrief
  • telling bij het geven ontslag bij dringende reden

Betekening opzegbrief

Artikel 37 van de Wet arbeidsovereenkomsten (WAO) stelt dat een opzegbrief die aangetekend verstuurd is, betekend wordt op de derde werkdag na de verzending (postdatum is bepalend).
Heden wordt in deze situatie als werkdag beschouwd:  elke kalenderdag, behalve de zon- en feestdagen m.a.w een zaterdag telt mee in de telling, ook al werkt men niet die dag.

De opzegbrief heeft vervolgens, conform artikel 37/1 WAO, ingang vanaf de maandag volgend op de betekening.

In de praktijk kwam het erop neer dat werkgever of werknemer de opzegbrief op woensdag diende te versturen om de opzeg de maandag erop te laten ingaan (tenzij er een feestdag volgde in de 3 volgende dagen).
Bijvoorbeeld: bij een opzeg verstuurd op woensdag 17 augustus, begint de opzegtermijn te lopen op maandag 22 augustus (gezien de betekening plaats heeft op zaterdag 20 augustus, zijnde de derde werkdag na verzending).

Door een wijziging in het Burgerlijk Wetboek zal vanaf 1/1/2023 de zaterdag niet meer als een werkdag beschouwd worden. Hierdoor zal een opzegbrief die verstuurd is op woensdag pas betekend worden op de maandag erop (en niet meer op zaterdag) en zal de opzegtermijn dus pas de maandag van de week daarop beginnen te lopen.
Bijvoorbeeld: een opzeg verstuurd op woensdag 4 januari 2023, zal betekend worden op maandag 9 januari 2023, zijnde de derde werkdag na verzending (donderdag = werkdag 1, vrijdag werkdag 2 en gezien zaterdag niet meer beschouwd wordt als werkdag is maandag de derde werkdag).

Indien men wenst dat de opzegtermijn in 2023 blijft ingaan de maandag na het versturen van de opzegbrief, zal men vanaf 2023 de opzegbrief ten laatste dienen te versturen op dinsdag (uiteraard in de veronderstelling dat er de 3 volgende dagen geen feestdag volgt).

Ontslag dringende reden

Conform artikel 35 WAO dient de partij die een arbeidsovereenkomst wenst te beëindigen om dringende reden, deze te verbreken binnen een termijn van 3 werkdagen die begint te lopen de dag volgend op de dag waarop de feiten waarop men zich beroept bekend zijn (nvdr. aan het orgaan dat bevoegd is om het ontslag te geven).

In deze situatie zou het in het voordeel van de partij, die het ontslag om dringende reden wens te te geven, kunnen spelen dat zaterdag niet meer beschouwd wordt als een werkdag vanaf 2023.

 

Extra: Kan arbeidsrecht afwijken?

Ja

  • In het nieuwe Burgerlijk Wetboek wordt de mogelijkheid geboden om in andere wetten van deze nieuwe regel af te wijken

Minister Dermagne heeft advies gevraagd aan NAR of men zaterdagen toch nog als werkdag wil beschouwen voor de berekening van de termijnen

  • Als men nuttig acht, zal de regering een wetsontwerp indienen om de zaterdag toch nog als werkdag te beschouwen in arbeidsrecht

Rechtsbronnen

  • Wet van 28 april 2022 houdende boek 1 “Algemene bepalingen” van het Burgerlijk Wetboek, B.S. 1 juli 2022

 

Voor gedetailleerde info over deze aanpassingen verwijzen we graag naar onze 2-maandelijkse infosessies ‘Sociaal-juridische actua lokale besturen’.

Ontwerp nieuw kaderbesluit BVR RPR + ontslag statutair

Op de ministerraad van vrijdag 20 mei 2022 heeft de Vlaamse Regering een eerste principiële goedkeuring verleend aan enerzijds het ontwerp van besluit dat de minimale voorwaarden vaststelt van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen en anderzijds een voorontwerp tot wijziging van het Provinciedecreet en het Decreet Lokaal Bestuur.

Ontwerp nieuw BVR RPR

Dit nieuwe kaderbesluit incorporeert de doelstellingen van het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024:
– meer autonomie en vrijheden om een modern personeelsbeleid te kunnen voeren
– het verder wegwerken van  verschillen tussen statutaire en contractuele personeelsleden

Daarnaast heeft men ervoor geopteerd om nagenoeg alle besluiten met m.b.t. de rechtspositie van het personeel (BVR RPR, Besluit externe personeelsmobiliteit, Besluit van 13/9/2002 betreffende vakantietoelage, …) te integreren in het kaderbesluit zodat alle regels i.v.m. tot de rechtspositie quasi terug te vinden zijn in 1 rechtsbron.

Uiteraard dient dit ontwerp nog heel de juridische weg te doorlopen (sociale partners, RvSt).

Wijziging ontslagregeling statutair personeelslid

Ook voor dit voorontwerp tot wijziging vindt men de wortels terug in het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024:
We werken de verschillen tussen de statutaire en contractuele personeelsleden verder weg. Voor de lokale besturen werken we voor de statutaire ambtenaren een ontslagregeling uit die dezelfde is als de ontslagregeling uit de arbeidsovereenkomstenwet.”

Het voorontwerp voorziet een gelijkschakeling van de ontslagregeling van de statutaire personeelsleden met die van de contractuele werknemers.
Daarenboven worden de arbeidsrechtbanken en arbeidshoven bevoegd om geschillen die voortvloeien uit de beëindiging van de statutaire aanstelling te behandelen (in plaats van de Raad van State).

Rechtsbron

Vlaamse Ministerraad van vrijdag 20 mei 2022 (https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/).

Op die link vindt men ook de ontwerpteksten.

Verenigingswerk – publicatie fiscaal luik

Sinds 1 januari 2022 is het verenigingswerk geïntegreerd in de art. 17-regelgeving. In lokale besturen ook gekend als het ‘monitorenstatuut’. Hierdoor is het toepassingsgebied van art. 17 uitgebreid met ‘verenigingswerkers’, maar zijn tegelijkertijd de modaliteiten van art. 17 gewijzigd.- Afgelopen dagen zijn de publicaties gebeurd van reeds aangekondigde wijzigingen van het BVR RPR.

Fietsvergoeding voor speedpedelec

Op 12 april 2022 is de aanpassing van artikel 164 BVR RPR in kader van de speedpedelec verschenen in het Belgisch Staatsblad:
‘Een maandelijkse fietsvergoeding wordt toegekend aan het personeelslid dat de verplaatsing van en naar het werk volledig of gedeeltelijk met de fiets of de speedpedelec, vermeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 aflegt’.

De terugwerkende kracht die nog voorzien was in de ontwerpbesluiten is niet weerhouden. De Raad van State heeft in zijn advies van 18 januari 2022 over het ontwerp geoordeeld dat er geen reden is tot retroactieve werking.

Gezien de publicatie plaatsvond  op 12 april 2022 houdt dit in dat dit artikel inwerking treedt op 22/04/2022. Vanaf die datum moet het bestuur de vastgelegde fietsvergoeding ook uitbetalen aan personeelsleden die de verplaatsing naar het werk maken met de speedpedelec.

Uitbreiding ‘rouwverlof’ voor statutairen

Door de Wet van 25 juni 2021 werd het ‘rouwverlof’ (omstandigheidsverlof naar aanleiding van overlijden) voor contractuelen op verschillende vlakken uitgebreid. Onmiddellijk werd aangegeven dat het de intentie was om deze uitbreiding ook mogelijk te maken voor statutairen door aanpassing van het BVR RPR. Tot de aanpassing van het BVR RPR werd wel geadviseerd om via dienstvrijstelling al gelijkaardige rechten aan de statutairen toe te kennen.

Ondertussen heeft de publicatie van de aanpassing van het BVR RPR op 4 april 2022 plaatsgevonden, waardoor het ook voor statutairen een automatisch recht is.

Verhoging variabel gedeelte EJT van 2,5% naar 3,6% voor niet-VIA-personeel

Op 4 april 2022 is ook de publicatie van de verhoging van het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage van 2,5% naar 3,6% voor het niet-VIA-personeel gebeurd. Tevens is, zoals al aangekondigd, ook de maximumgrens van één twaalfde van het jaarsalaris opgeheven.

Quarantaineverlof statutairen

Op 12 april 2022 is ten slotte de wijziging aan het quarantaineverlof voor statutairen naar ‘de gevallen, vermeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van 23 december 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie’ (zijnde de gevallen waarin contractuelen beroep kunnen doen op werkloosheid corona) met terugwerkende kracht gepubliceerd.

Rechtsbronnen

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 tot wijziging van artikel 135 en 209 van het BVR RPR en tot wijziging van artikel 98 van het BVR RPR OCMW, B.S. 4 april 2022
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 tot wijziging van artikel 164 van het BVR RPR en tot wijziging van artikel 8 en 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies, B.S. 12 april 2022

 

Voor gedetailleerde info over al deze aanpassingen en de daarbij horende modaliteiten verwijzen we graag naar onze 2-maandelijkse infosessies ‘Sociaal-juridische actua lokale besturen’.

  • Haal meer
    uit uw
    personeelsbeleid
  • * Dynamische helpdesk
    * Onderbouwd advies van experten
    * Persoonlijke en actieve participatie

Nood aan een persoonlijke, efficiënte oplossing voor uw probleem?

Ons team van experten hoort graag meer van u
CONTACTEER ONS

Juridisch advies dat werkt.